Bij Yooth maken we graag vergelijkingen met de natuur en dat is niet alleen omdat we van dieren houden. Het is vooral omdat we zien dat processen in organisaties niet veel verschillen van de processen zoals ze in de natuur werken. Door goed te kijken naar moeder natuur kun je al een boel leren.
Kijk bijvoorbeeld naar hoe diersoorten overleven. Een diersoort overleeft alleen wanneer deze goed aangepast is aan de omgeving waarin deze leeft. Darwin zei het vele jaren geleden al: āItās not the strongest of species that survives, nor the most intelligent that survives, it is the one that is most adaptive to change.ā.
Dit betekent dus wanneer de omgeving veranderd de diersoort mee moet veranderen voor optimale overlevingskansen. Zo zie je dat in droge omgevingen zoals woestijnen, planten en dieren langer zonder water kunnen omdat ze het opslaan in hun reserves zoals dromedarissen en cactussen doen. Wanneer deze omgeving zou veranderen naar een koude omgeving zouden ze iets moeten vinden dat ze beschermt tegen de kou zodat ze in die omgeving kunnen omgeving. Gelukkig gaan dit soort veranderingen in de natuur niet van de Ć©Ć©n op de andere dag zodat dier- en plantensoorten even de tijd hebben om zich aan te passen.
Al is dat niet altijd waar, de uitzondering bevestigd de regel. De dodo zal het hier ongetwijfeld niet mee eens zijn. Voor deze soort vond de verandering wel plaats van de ene op de andere dag. Deze duifachtige had een luxe leventje op het eiland Mauritius zonder natuurlijke vijanden. Totdat de Hollander arriveerde in de 17e eeuw. Na maanden op zee gezeten te hebben en scheepsmaaltijden gegeten te hebben kun je je voorstellen dat zoān smakelijke vogel een welkome afwisseling was van de erwten, stokvis en scheepsbeschuit die de bemanning normaal gesproken voorgeschoteld kreeg.
Behalve een scherpe snavel (een beruchte dodo stak ooit Ć©Ć©n van de onfortuinlijke bemanningsleden van Pieter Willemsz Verhoeff in zijn bil) had deze niet veel om zich mee te verdedigen tegen hongerige scheepvaarders en wegvliegen kon deze ook niet. De plotselinge verandering van een omgeving zonder natuurlijke vijanden naar een omgeving met natuurlijke vijanden zorgde ervoor dat de dodo uitstierf omdat deze zich niet op tijd kon aanpassen.
Dat aanpassen werkt in de natuur via natuurlijke selectie. Als diersoort wil je gezonde nakomelingen op aarde brengen zodat jouw genetisch materiaal voortleeft over de generaties. Dit is Ć©Ć©n van de drijfveren waar de evolutietheorie op gestoeld is. Door te overleven vergroot je de kans op voortplanting waardoor jouw genenpakket wordt doorgeven aan volgende generaties. Hierop kies je als diersoort ook jouw partners uit, je nakomelingen kregen immers ook de helft van de genen van je partner mee. Het is dus belangrijk dat deze karaktereigenschappen bezitten die ervoor zorgen dat hij of zij kan overleven.
Bij leeuwen zie je dat degene die het sterkst en slimst zijn de meeste nakomelingen krijgen. Wij mensen krijgen een grotere keuze uit voortplanting partners wanneer we machtig, rijk, slim of er fysiek aantrekkelijk uitzien wat duidt op een goede gezondheid. Omdat het veel energie kost om elke keer bewust na te denken waarom een potentiƫle partner eigenschappen bezit die goed zouden zijn voor zijn/haar overlevingskansen vallen we onbewust op dit soort eigenschappen.
Nu we weten hoe de natuur dit aanpakt is het tijd voor het bruggetje naar de mens. Hoe een idee zich verspreid is namelijk helemaal niet zo verschillend van hoe genen zich verspreiden in de natuur. Ook voor ideeƫn geldt dat het idee dat het beste is aangepast aan de omgeving het idee is dat voortleeft.
We nemen de uitvinding van de boekdrukkunst even als voorbeeld. De man die beroemd werd door de uitvinding van de boekdrukkunst is Johannes Gutenberg. Toch is dit enigszins misleidend aangezien er voor hem al boeken werden gedrukt. Echter dankzij zijn uitvinding van losse letters hoefde je als drukker niet meer een bladzijde uit Ć©Ć©n blok te snijden om die vervolgens op de pagina te āstempelenā. Je kon nu als drukker losse letters in een blok plaatsen waardoor het drukken een stuk minder arbeidsintensief werd. Boeken konden tot wel 50% sneller gedrukt worden op deze manier.
Deze uitvinding werd gecombineerd met de uitvinding van de wijnpers, en de drukpers was geboren. Waar dit voor het eerst gebeurde weten we niet zeker. De weg van de massaproductie van boeken lag nu echter helemaal vrij. Het handgeschreven boek door monniken stierf uit en de drukpers begon aan terrein te winnen. Maar waarom nu juist in deze tijd in Europa? De drukpers bestond al zeker zoān 500 jaar in het verre oosten op dit moment.
Met het evolutieverhaal in ons achterhoofd kunnen we zoeken naar de verklaringen voor de uitvinding in die tijd. We weten dat in die tijd de Renaissance opkwam. Dit zorgde voor een grotere behoefte van klassieke werken zoals die van Cicero. Die konden door de moderne technologie nu een stuk sneller gedrukt worden waardoor aan de grotere vraag kon worden voldaan. Hiervoor was het namelijk letterlijk monnikenwerk, en zoals die uitdrukking tegenwoordig betekent is dit werk dat een boel energie kost. Tevens publiceerden steeds meer schrijvers naast in het Latijn in de eigen volkstaal waardoor die werken voor steeds meer mensen leesbaar werden.
De omgeving veranderde dus van een omgeving waarin relatief weinig vraag was naar boeken naar een omgeving waar veel vraag was naar boeken. Deze omgeving vraagt dus om een aanpassing van de industrie. Dit maakt dat de boekdrukkunst een logische evolutie is en geen uitvinding die opgesloten zit in het hoofd van een geniaal persoon. Met andere woorden, als Gutenberg die losse letters niet had uitgevonden had iemand anders dat wel gedaan vlak na hem. Een klassiek voorbeeld hiervan is de telefoon die ook zoān vier verschillende uitvinders kent.
Wanneer we brainstormen hebben we vaak de neiging om met zijn allen aan een lange tafel te gaan zitten en ideeƫn te roepen. Volgens ons werkt dit erg ineffectief. Op deze manier laat je het idee dat uiteindelijk wordt gekozen van allerlei dingen afhangen waarvan het niet zou moeten afhangen. Onderlinge relaties gaan een rol spelen bijvoorbeeld, net zoals macht en populariteit. Je kunt je voorstellen dat wanneer iemand die hoger zit in de bedrijfsstructuur met een idee komt dit anders wordt ontvangen dan als de kantinejuffrouw met datzelfde idee zou komen.
Om de beste ideeƫn te selecteren is het dus belangrijk dit verhaal in het achterhoofd te houden. Goede ideeƫn worden bepaald door de omgeving waarin je organisatie zich bevindt. Niet door de meningen van je mede-brainstormers. Kijk dus vooral naar de omgeving wanneer je ideeƫn wilt bedenken die waardevol zijn voor de omgeving. Waarom het bedenken van ideeƫn ook veel overeenkomsten heeft met de natuur gaan we in het volgende artikel beantwoorden.